Sturen op impact en het impactmodel

De vier kwadranten van het impactmodel

Het impactmodel is verdeeld in vier kwadranten. Deze verdeling is gebaseerd op het feit dat een overheid niet zozeer kijkt naar wat kunst intrinsiek is, maar naar wat kunst doet met en voor mensen. Per definitie kijkt de overheid daarbij naar de betekenis die kunst heeft voor zowel welzijn (geluk) als welvaart (voorspoed), voor zowel het individu als het collectief. De cirkel laat op basis van de vier kwadranten zien op welke domeinen de activiteiten van orkesten effect en impact hebben. Verder onderzoek moet leiden tot een dieper inzicht in die domeinen en in de objectieve meetbaarheid van effect en impact.

Het belang van kwaliteit én bereik

De mate van impact wordt bepaald door twee factoren: de kwaliteit en het bereik. Hoe groter de kwaliteit, hoe groter ook de impact. Hetzelfde geldt voor bereik: hoe meer mensen geraakt worden, of hoe meer mensen een bijzondere ontmoeting hebben, hoe groter de impact. Dat betekent dat zowel in kwaliteit geïnvesteerd moet worden als in het bereiken van zo veel mogelijk mensen.

Bij kwaliteit gaat het niet alleen over de kwaliteit van ons artistieke aanbod en het uitvoeringsniveau, maar ook over zaken als de kwaliteit van randprogrammering, de presentatie en de beleving. Bij bereik kijken we ook verder dan alleen ‘zo veel mogelijk mensen’. Het gaat bij bereik onder andere ook over de ‘intensiteit’ van het bereik en de ‘diversiteit’ van de publieksgroep.

Op verschillende manieren werken de orkesten en hun musici aan het vergroten van hun bereik. Op steeds meer plekken ontmoeten zij het publiek, ook buiten de concertzaal. Onze stafmedewerkers en musici werken voortdurend aan nieuwe formules, aan het bereiken van bestaande en nieuwe doelgroepen en aan de ontwikkeling van de eigen organisatie.

Impact

Lange termijn. De wezenlijke (vaak blijvende) verandering, door ‘ons’ toedoen (attributie). Voor het individu en/of voor het collectief (samenleving). Bijvoorbeeld in gezondheid, ontplooiing, imago of bestaanszekerheid.

Effect

Vaak korte termijn. Gevolg van de voorgaande treden. Zoals ontroering, inspiratie, ontmoeting, expressie, publieksbestedingen.

Output

Meetbare resultaten; gekwantificeerd (SMART): aantal concerten, producties, bezoekers, deelnemers, aantal views/ clicks, hoeveelheid media-aandacht, maar ook zaken als omzet en publieksinkomsten.

Activiteit

Het aanbod/de formule; de projecten: het concert, het festival, het online platform, educatieproject, de podcast, de workshop, de marketingcampagne, enzovoorts.

Input

Alles wat er aan ‘investeringen’ nodig is om tot activiteit te komen zoals tijd, energie, creativiteit, geld, organisatie. Dit niet alleen van de orkesten, maar ook van de stakeholders en het publiek; de concertbezoeker

Beginsituatie

Het vertrekpunt, de gegeven nul-situatie. Er is het gegeven van een orkest en het gegeven de samenleving daar omheen. Maar ook zijn er de opgaven, de ambities,de kansen, de uitdagingen, de urgenties.